Thijs Geers

Uit Moordzaken

Ga naar: navigatie, zoeken
Thijs
Naam slachtoffer   Thijs Geers 
Leeftijd  22 jaar  
Datum  8 september 2007 
Moordplaats  Roosendaal 
Status  Opgelost 
Soort misdrijf  Moord 
Straf  20 jaar & TBS 


Thijs Geers

Op 8 septeber 2007 zit de 22-jarige Thijs Geers op station Roosendaal te wachten op de trein. Plotseling slaat de man die achter hem zit op en slaat Thijs enkele malen op zijn hoofd met een bijl. Thijs overlijdt ter plekke.



Verdachte

De verdachte, de dan 41-jarige Carlos H., heeft erkend dat hij Thijs meermalen met een bijl op het hoofd heeft geslagen. Dat Carlos hierbij heeft gehandeld met voorbedachte raad blijkt uit het volgende; Carlos heeft het plan opgevat om een commando (een militair) te doden. Om dit plan – door hemzelf plan A genoemd – uit te voeren heeft hij een bijl gekocht. Gewapend met die bijl heeft hij geruime tijd postgevat bij een militaire kazerne in Roosendaal en later nabij het NS-station te Roosendaal. Omdat zich gedurende enkele dagen geen goede gelegenheid voordeed een militair te doden, is hij overgestapt op plan B (het doden van een politieman) of plan C (het doden van een mannelijke burger die geschikt zou zijn om in militaire dienst te gaan). In het NS-station zag hij het latere slachtoffer lopen, die volgens Carlos geschikt was om in militaire dienst te gaan. Hij is Thijs door de tunnel gevolgd naar de perrons 3-4. Toen Thijs daar de wachtruimte inging, zag Carlos hem als doelwit in de juiste positie, in de woorden van Carlos: “een perfecte gelegenheid”. Carlos is vervolgens ook de wachtruimte ingelopen, is achter het (op een bank zittende) slachtoffer gaan staan, zodat deze hem niet zou zien, heeft de bijl uit zijn rugzak gepakt en heeft daarmee meermalen op Thijs ingeslagen.



Uitspraak

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 6 januari 2009


Det hof stelt vast dat de verdachte een ernstig gevaar vormt voor het leven van personen en dit zonder doeltreffende behandeling ook in de toekomst zal blijven. Zo heeft hij zich in zijn schriftelijke verklaring in eerste aanleg (die hij ter terechtzitting van het hof heeft gehandhaafd) als volgt uitgelaten: ‘Alle volwassen mannelijke NAVO-burgers zijn legitieme doelwitten en mogen rechtmatig worden gedood’, en ‘Als ik vandaag word vrijgelaten (..) zou ik de eerste mannelijke soldaat die ik zag, doden. Verdachte heeft geen berouw over zijn daad getoond.

Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de verdachte in beginsel nimmer meer op vrije voeten zou mogen komen en dat een levenslange gevangenisstraf in de rede zou liggen. Het hof acht een dergelijke gevangenisstraf echter inhumaan, nu verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens. Hij heeft, zo hebben de onderzoekers van het Pieter Baan Centrum vastgesteld, een psychotische stoornis en wel in een zodanige mate dat het bewezen verklaarde hem slechts in verminderde mate kan worden toegerekend. Kern van de stoornis is een grootheidswaan.

De onderzoekers adviseren de maatregel van TBS met dwangverpleging op te leggen als enige afdoende maatregel gelet op de ernst van de stoornis en het ontbreken van ziektebesef bij verdachte.

Naar het oordeel van het hof kan daarmee echter niet worden volstaan. De daad kan verdachte tot op zekere hoogte worden toegerekend en op dit moment ontbreekt het bij verdachte aan inzicht in zijn ziekte en daarmee aan behandelingsmogelijkheden. Het hof wil echter niet bij voorbaat uitsluiten dat de verdachte te eniger tijd, na tot het inzicht te zijn gekomen dat hij behandeling behoeft, een zodanige behandeling ondergaat dat het gevaar, dat hij thans vormt, wordt weggenomen.


Het Hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaren en gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd, met het advies dat pas met de behandeling zal worden gestart nadat verdachte tweederde van de opgelegde gevangenisstraf heeft ondergaan.



Teruggeplaatst van "/Thijs_Geers"