Uit Moordzaken.com
Albert de Heer | |
---|---|
Leeftijd | 69 jaar |
Datum | 21 februari 2007 |
Moordplaats | Rotterdam |
Moordwijze | Geweld |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Doodslag |
Straf | 12 jaar & TBS |
Op 21 februari 2007 is Albert de Heer omstreeks 06:30 uur aan het werk in zijn bakkerij aan de Aert van Nesstraat te Rotterdam, als hij plots wordt overvallen door twee jongemannen. De 69-jarige Albert wordt vastgepakt en tegen de vloer gewerkt. De jonge daders eisen de code van de kluis, maar Albert zegt deze niet te weten. Hierop slaan zij Albert enkele malen hard tegen het hoofd, binden zijn armen aan elkaar en plakken tape over zijn mond, waardoor Albert het bewustzijn verliest. De twee mannen, De 18-jarige Cesar P. en de 17-jarige Elvis D., slepen Albert hierna naar de meterkast waarin ze hem opsluiten. Hierna gaan zij op zoek naar geld en andere kostbaarheden. Omstreeks 07:00 uur verlaten zij de winkel.
Albert werd pas om 08:20 uur aangetroffen in de meterkast door zijn zoon.
Verdachten
Eerst is onduidelijk wie de daders zijn en wat het motief is. De politie schakelt de hulp in van TV-programma Opsporing Verzocht, waarin beelden worden getoond van de twee daders. Zij worden mede dankzij dit programma aangehouden. Later blijkt dat de twee ook schuldig zijn aan diverse straatroven.
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam, 25 januari 2008
De verdachte heeft zich, samen met zijn medeverdachte, schuldig gemaakt aan gekwalificeerde doodslag, één van de zwaarste delicten die de Nederlandse samenleving kent en dat in het Wetboek van Strafrecht wordt bedreigd met levenslange gevangenisstraf. Het slachtoffer, een man van 69 jaar, is in de vroege ochtend terwijl hij bezig was met schoonmaakwerkzaamheden in zijn banketbakkerij, door de verdachte en zijn medeverdachte overvallen en zeer ernstig mishandeld. De beide verdachten hebben tenslotte hun slachtoffer, gewond en gekneveld, in hulpeloze toestand in een kast in de winkel achtergelaten. Kort na de overval is het slachtoffer overleden.
Met het plegen van dit feit hebben de verdachte en zijn medeverdachte het slachtoffer het meest fundamentele recht, namelijk het recht op leven, ontnomen. Aan hun zucht naar geld werd het leven van een ander welbewust opgeofferd. Zij hebben daardoor de nabestaanden onherstelbaar leed toegebracht. Dit feit draagt een voor de rechtsorde zeer schokkend karakter en veroorzaakt daarnaast, zoals de beroering die de overval heeft gewekt heeft aangetoond, gevoelens van onrust, angst en onveiligheid in de samenleving. Deze gevoelens worden nog eens versterkt doordat uit het onderzoek ter terechtzitting en uit het strafdossier ten aanzien van de verdachte en zijn medeverdachte een beeld oprijst van twee meedogenloze jongemannen die, rondlopend in de stad, doelbewust op zoek waren naar een makkelijke en zwakke prooi.
De rechtbank veroordeelt verdachte, Cesar P. voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren en gelast dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld.
Zijn mededader, Elvis D., krijgt 10 jaar en TBS.