Uit Moordzaken
Naam slachtoffer | Barry van Buerink |
Leeftijd | 31 jaar |
Datum | 27 december 2008 |
Moordplaats | Nunspeet |
Status | Opgelost |
Soort misdrijf | Moord |
Straf | 15 jaar |
Inhoud |
Barry van Buerink
De 49-jarige W.B. en een vriend zijn op 27 december 2008 samen op stap in Nunspeet. Toen zij in een eetcafé aankwamen om een broodje te eten, zat de 31-jarige Barry van Buerink daar al, samen met zijn vriendin en oom. Die oom had jaren daarvoor al eens een akkefietje met W.B. gehad en maakte daarover een opmerking tegen Barry. Het ene woord haalde het andere uit en er ontstond enig geruzie, gepaard gaande met wat geduw binnen in het eetcafé. Op enig moment is er een klap gevallen waarvan vaststaat dat die afkomstig was van Barry en in het gezicht van de 49-jarige dader terecht kwam. W.B. en Barry en hun metgezellen hebben het eetcafé op verzoek van de uitbater verlaten, waarna er buiten tussen hen beiden nog gepraat is.
Barry gaat met zijn vriendin naar een ander café, de Bodega. Omstreeks 22.50 uur stond verdachte in de Bodega. Hij stond achter Barry. De uitbaatster ziet W.B. onderhands bewegingen maken in de richting van Barry. Zij hoorde dat hij daarbij op luide toon zei:"Denk jij dat je mij godverdomme zomaar kunt slaan?" Op dat moment zag zij pas dat verdachte een groot mes in zijn hand had. Barry overlijdt aan zijn verwondingen.
Verdachte
Enkele momenten uit de verklaringen van W.B.:
- Ik was zo kwaad was dat ik dacht: "Ik pak je, ik pak je terug."
- Ik dacht dat Barry wel respect voor me zou hebben, ik ben immers ouder.
- Ik had zoveel haat in mij dat ik dacht bij mijzelf: "Ik rijg hem eraan. Ik steek je in je donder." Ik dacht dit op het moment dat ik het mes vond. Ik heb dit ook gedaan. Ik ben vervolgens naar binnen gegaan en heb gedaan wat ik dacht. Zo simpel is het.
Uitspraak
Rechtbank Zutphen, 13 oktober 2009
Rechtbank Zutphen veroordeelt verdachte van cafémoord op 28 december 2008 in Nunspeet tot een gevangenisstraf van 15 jaar. De vader van het slachtoffer krijgt een schadevergoeding van € 5.000,- wegens immateriële schade. De verweren met betrekking tot: - de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de eerste verklaringen van verdachte bij de politie; - de voorbedachte rade; - psychische overmacht, worden door de rechtbank verworpen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict.