Uit Moordzaken
Naam slachtoffer | Beatrix Pieters-Van Schaagen |
Leeftijd | 85 jaar |
Datum | 7 december 2007 |
Moordplaats | Amsterdam |
Status | Opgelost |
Soort misdrijf | Doodslag |
Straf | 15 jaar |
Beatrix Pieters-Van Schaagen
De telefooncirkel is een organisatie die haar leden elke ochtend even belt om te kijken of alles in orde is. Geconstateerd is dat de telefoon van Beatrix Pieters-Van Schaagen op die bewuste zaterdag 8 december 2007 niet wordt beantwoord. Hierop gaat een medewerker van de serviceflat, die over een sleutel beschikt, de woning van Beatrix binnen. Zij loopt al roepend naar Beatrix de woning door. Wanneer zij via de keuken naar de slaapkamer wil lopen, valt het haar op dat de schuifdeuren tussen de keuken en de slaapkamer dicht zijn. Zij loopt vervolgens via de hal naar de slaapkamer. De slaapkamerdeur staat open en zij ziet dat Beatrix op haar rug dwars over het bed ligt met haar hoofd iets over de rand heen en haar gezicht achterover. De medewerker ziet dat de ene helft van het gezicht van Beatrix bebloed is. Ook ziet zij naast het kussen bloed op bed liggen. Zij verlaat hierop de woning en meldt aan de mensen van de telefooncirkel wat zij heeft gezien.
Verdachte
De verdachte, Ewald S. en mevrouw Beatrix kenden elkaar al een flinke tijd via het concertgebouw.
De verklaring van de 61-jarige Ewald is als volgt:
Op 7 december 2007 heeft Ewald bij het slachtoffer koffie heeft gedronken. Om 11:48 uur wordt het slachtoffer gebeld door een vriendin. Dit gesprek duurt slechts 47 seconden. Dit is een belangrijk moment. Ewald heeft namelijk verklaard dat hij op 6 december 2007 een bankpasje van de ABN AMRO bank van het slachtoffer heeft gestolen en dat dit hem niet lekker zat en dat hij dit terug wilde leggen op het moment dat het slachtoffer aan de telefoon was. Net op het moment dat hij het pasje terug wilde leggen, werd hij betrapt door het slachtoffer waarop zij begint te gillen. Vervolgens heeft hij haar geslagen met het tasje dat nog op het aanrecht lag met daarin de dopsleutelset en het beugelslot. Na de eerste klap vindt er een dialoog plaats tussen Ewald en het slachtoffer. Ewald heeft verklaard dat het slachtoffer aan hem vroeg wat hij aan het doen was en dat hij hierop antwoordde dat hij vanwege haar gegil in paniek raakte. Er is geen sprake geweest van in tijd direct opvolgende slagen, dus van onophoudelijk slaan. Ewald neemt na de hiervoor genoemde dialoog met het slachtoffer een tweede wilsbesluit om het slachtoffer te slaan met het tasje.
Uitspraak
Gerechtshof Amsterdam, 20 april 2010
De verdachte heeft een 85 jarige weerloze vrouw een vreselijke dood laten sterven. Zij is op gruwelijke wijze op klaarlichte dag door de verdachte, met wie zij op vriendschappelijke voet omging, in wie zij vertrouwen had en met wie zij net een kopje koffie had gedronken, doodgeslagen in haar eigen woning, waar zij zich bij uitstek veilig mocht voelen. De verdachte heeft haar meermalen, ook terwijl zij aan hem trachtte te ontkomen, op haar hoofd en in haar gezicht geslagen. De verdachte wist dat zij nog leefde op het moment dat hij de woning verliet, en moet zich gezien de toegebrachte slagen, hebben gerealiseerd dat zij ernstig, mogelijk levensbedreigend, gewond was. Desondanks heeft de verdachte haar de noodzakelijke hulp onthouden en de deur achter zich dicht getrokken zonder zich verder om het slachtoffer te bekommeren. Evenmin heeft hij - al ware het maar anoniem - op andere wijze voor medische hulp gezorgd. Daardoor heeft het slachtoffer mogelijk nog uren moeten lijden in de wetenschap dat zij, alleen, lag dood te gaan. De verdachte heeft op schaamteloze wijze inbreuk gemaakt op het vertrouwen van het slachtoffer en haar leven welbewust uit zelfzucht opgeofferd. De verdachte handelde daarbij uitsluitend om in zijn gokschulden te kunnen voorzien.
Door te handelen als hij heeft gedaan heeft de verdachte zich niet alleen schuldig gemaakt aan vermogensdelicten, maar vooral aan een van de ernstigste misdrijven die het Wetboek van Strafrecht kent. Hij heeft het een ieder toekomende recht op leven uit zelfzucht geschonden. Een dergelijk misdrijf draagt een voor de rechtsorde bijzonder schokkend karakter en veroorzaakt sterke gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij.
Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) jaar.