Uit Moordzaken
Bianca Glad | |
---|---|
Leeftijd | 24 jaar |
Datum | 4 januari 2007 |
Moordplaats | Almere |
Moordwijze | Steekwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Doodslag |
Straf | 6 jaar |
Verdachte was samen met haar dochter (de ex-vriendin van Bianca Glad), een andere dochter en een kleindochter in een woning te Almere toen op de voordeur werd geklopt. Verdachte is naar beneden gegaan, heeft de deur geopend en werd direct overrompeld door Bianca, en een voor verdachte onbekende man, waarbij zij trachtten binnen te komen en waarbij werd geduwd en gescholden. Verdachte heeft kans gezien de deur te sluiten, waarna zij naar boven is gegaan en haar dochter de politie heeft laten waarschuwen. Boven gekomen heeft zij het keukenraam geopend en hoorde zij Bianca Glad roepen dat zij alleen haar spullen kwam halen, waarmee verdachte en haar dochter konden instemmen. Er werd daarna echter zodanig tegen de deur gebonkt en getrapt, dat verdachte in de veronderstelling verkeerde dat Bianca en de onbekende man de deur hadden ingetrapt en binnen waren gekomen. Omdat verdachte bang was dat haar kinderen of kleinkind iets zou overkomen, heeft zij een mes gepakt teneinde hen tegen Bianca en de voor haar onbekende man te beschermen. Met het mes in haar hand is zij de trap afgelopen en heeft zij geconstateerd dat de hal beneden leeg was. Om de spullen aan Bianca te kunnen afgeven, heeft zij vervolgens de deur geopend, waarbij zij het mes in haar rechterhand heeft gehouden om daarmee Bianca en de man bang te maken en haar ervan te weerhouden binnen te komen. Na het openen van de deur heeft wederom een schermutseling plaatsgevonden, waarbij Bianca met het mes dodelijk is getroffen.
Verdachte
De naam van de 44 jarige ex-schoonmoeder, alsmede de naam van de ex-vriendin zijn niet openbaar gemaakt.
Uitspraak
Rechtbank Zwolle, 7 augustus 2007
De rechtbank is van oordeel dat nu verdachte – zoals hiervoor reeds is overwogen – zélf de confrontatie met *** is aangegaan en zich aldus in deze situatie heeft begeven, niet gesteld kan worden dat verdachte zich noodzakelijk heeft moeten verdedigen tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding van haar lijf of van dat van haar dochters of kleinkind. Nu de noodzaak tot verdediging heeft ontbroken en er derhalve geen sprake is geweest van een noodweer situatie, kan evenmin sprake zijn geweest van overschrijding van de grenzen van een noodzakelijke verdediging als gevolg van een hevige gemoedsbeweging aan de zijde van verdachte (noodweerexces). Onder voornoemde omstandigheden kan evenmin worden gesteld dat verdachte ten onrechte heeft gemeend zich te moeten verdedigen en dat haar in deze geen enkel redelijk verwijt te maken valt.
Gelet op het hiervoor overwogene dienen de beroepen op noodweer, noodweerexces, althans putatief noodweer te worden verworpen.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de tijd van 6 jaren.