Uit Moordzaken.com
 | |
| Edwina Pantoflet | |
|---|---|
| Leeftijd | 27 jaar |
| Datum | 5 juni 2008 |
| Moordplaats | Utrecht |
| Moordwijze | Steekwapen |
| Status | Opgelost |
| Misdrijf | Moord |
| Straf | 20 jaar & TBS |
De 35-jarige Robby E. heeft gokschulden. Hij besluit hier wat aan te doen. Op 5 juni 2008 gaat hij ;angs bij de 27-jarige Edwina Pantoflet, die op dat moment samen met haar drie-jarige zoontje bij haar pleegmoeder op bezoek is. In het huis van de 62-jarige pleegmoeder aan de Merwedekade te Utrecht bedreigde hij de pleegmoeder en een kennis, die op dat moment ook in de woning aanwezig was, met een nepvuurwapen en bond hen beiden vast. Hij dwong vervolgens Edwina en haar zoontje geld te gaan halen bij diverse pinautomaten in Utrecht. Met ruim vierduizend euro op zak kwamen de drie terug in het huis van de pleegmoeder. Hierop besloot Robby dat alle vier de getuigen dood moeten. Edwina wil vluchten, maar Robby is te snel en bindt ook haar vast, en steekt haar vervolgens, in het bijzijn van de pleegmoeder, kennis en haar zoontje in haar nek. Robby vlucht hierna het huis uit. Edwina overlijdt.
Verdachte
Robby E. is eerder veroordeeld voor het plegen van een levensdelict. In 1999 heeft hij een vrouw van het leven beroofd en is daarvoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren.
Uitspraak
Gerechtshof Arnhem, 3 februari 2010
De gruwelijke feiten en de recidive rechtvaardigen naar het oordeel van het hof een gevangenisstraf van zeer lange duur. Gelet op de straftoemeting in andere zeer ernstige strafzaken is het hof van oordeel dat voor de gepleegde feiten niet een levenslange gevangenisstraf opgelegd moet worden. De zeer ernstige misdrijven, waaraan verdachte zich onder bezwarende omstandigheden heeft schuldig gemaakt, rekent het hof mede gelet op de persoon van verdachte, niet tot de categorie, waarin levenslange gevangenisstraf gerechtvaardigd is.
Het Hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaren en gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.