Uit Moordzaken
Naam slachtoffer | Gert-Jan van der Pasch |
Leeftijd | 36 jaar |
Datum | 9 januari 2008 |
Moordplaats | Eindhoven |
Status | Opgelost |
Soort misdrijf | Moord |
Straf | 30 jaar |
Gert-Jan van der Pasch
Op 09 januari 2008 bevindt zich op een adres aan de Aert van der Neerstraat een in werking zijnde hennepkwekerij. Deze kwekerij wordt beveiligd middels een gsm-alarmsysteem. Op 09 januari 2008 om 21.14 uur wordt dit systeem geactiveerd. Om 21.15 uur belt het systeem uit naar het mobiele telefoonnummer van Gert-Jan van der Pasch. De 36-jarige Gert-Jan begeeft zich met een kennis naar voornoemd adres. Even voor 22.00 uur horen buurtbewoners meerdere schoten.
Om 21.59 uur wordt er gebeld naar een mobiele telefoon die in gebruik is bij de broer van Gerrit van V. Om 22.05 uur belt deze vanaf zijn huis met 112 en meldt de schietpartij.
In de achtertuin van de woning treft de politie het levenloze lichaam van Gert-Jan. Hij is overleden aan de gevolgen van schotletsel. Hij heeft nadat hij was geraakt niet meer kunnen lopen en is direct in elkaar gezakt.
Verdachte
De 44-jarige Gerrit van V. is degene die het dodelijke schot op Gert-Jan heeft gelost. Datgene wat de kennis van Gert-Jan omtrent het schietincident heeft verklaard wordt ondersteund door het forensisch bewijs. De kennis heeft verklaard dat Gert-Jan is neergeschoten door een persoon die zich rechts van hen in de achtertuin bevond. Hij heeft ook verklaard dat hij heeft teruggeschoten op de schutter, die vervolgens uitriep dat hij was geraakt en kapot zou gaan.
Uitspraak
Rechtbank 's-Hertogenbosch, 4 maart 2008
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals tot uitdrukking komt in het wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank heeft bij de strafoplegging in het bijzonder het navolgende overwogen.
Bepaalde delen van de kweek en handel in hennep zijn tegenwoordig sterk verweven met de wereld van de zware criminaliteit, waarbij ook vuurwapengeweld geen uitzondering is. Dit is een zeer ongewenste ontwikkeling die met kracht – en dus met een stevige justitiële reactie - dient te worden bestreden.
Verdachte heeft binnen dit circuit deelgenomen aan een buitengewoon gewelddadig verlopen diefstal, waarbij midden in een woonwijk, ook op straat, meerdere schoten zijn gelost. Het is slechts toeval dat er niet meer doden of gewonden zijn gevallen. De kennis van Gert-Jan had evengoed doodgeschoten kunnen worden door verdachte en zijn mededader(s). Verdachte heeft zonder enige aarzeling Gert-Jan, een jonge man in de bloei van zijn leven, van dichtbij doodgeschoten. Verdachte heeft onherstelbaar leed berokkend aan de nabestaanden en vrienden van dit slachtoffer. Verdachte geeft op geen enkele manier blijk van gevoelens van medeleven of spijt. Daarbij komt nog dat verdachte in 1998 tot een gevangenisstraf van 10 jaren is veroordeeld voor de doodslag op zijn toenmalige partner. Ook dit aspect weegt zwaar mee in de uiteindelijke duur van de op te leggen gevangenisstraf.
De rechtbank zal een zwaardere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank van oordeel is dat de gevorderde straf de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking brengt. De rechtbank heeft overwogen om aan verdachte levenslange gevangenisstraf op te leggen, maar heeft uiteindelijk besloten om aan verdachte de langst mogelijke tijdelijke gevangenisstraf op te leggen. Verdachte behoudt hierdoor uitzicht op een leven na detentie, terwijl de (huidige) V.I. – regels gedurende tien jaar na zijn detentie een sterk normerend effect op zijn leven zullen hebben.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 jaar.