Uit Moordzaken
Jan Kieviet | |
---|---|
Leeftijd | 32 jaar |
Datum | 15 januari 2005 |
Moordplaats | Rotterdam |
Moordwijze | Geweld |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Mishandeling met de dood ten gevolg |
Straf | 2½ jaar |
ECLI | ECLI:NL:RBROT:2005:AU0982 |
Op zaterdag 15 januari 2005 krijgt de 32-jarige Jan Kieviet ruzie met een 22-jarige man, nadat deze ongepaste opmerkingen maakte tegen drie jongedames. De man ontsteekt daarop in woede, en slaat Jan in de maag en tegen het hoofd. Dat laatste wordt Jan fataal; Hij overlijdt aan zijn verwondingen.
Verdachte
De man wordt aangehouden. Hij ontkent dat hij Jan wilde ombrengen.
Uitspraak
Rechtbank Rotterdam, 9 augustus 2005
Verdachte heeft, enkele ogenblikken nadat tussen hem en het slachtoffer een woordenwisseling had plaatsgevonden, het slachtoffer op een voor hem totaal onverwacht moment eerst geschopt in zijn buik en hem direct hierna met kracht een vuistslag tegen het hoofd gegeven. De door deze slag ontstane buiging van het hoofd ten opzichte van het lichaam heeft een scheuring in de nekwervelslagader van het slachtoffer veroorzaakt, waardoor het slachtoffer is komen te overlijden.
Dit is een buitengewoon ernstig en betreurenswaardig feit. Verdachte, die door het slachtoffer werd aangesproken op zijn gedrag, is boos geworden en heeft zich vervolgens in zijn handelen laten leiden door een ongeremde woede. Hij voelde zich - naar zijn zeggen - beledigd na de voorafgaande woordenwisseling. Verdachte heeft hierop doelbewust de confrontatie met het slachtoffer gezocht, met alle gevolgen van dien. Verdachte heeft veel leed en verdriet toegebracht aan de nabestaanden van het slachtoffer. Voorts heeft verdachte met zijn daad, die plaatsvond op de openbare weg in een horecagebied, eraan bijgedragen dat de gevoelens van onveiligheid in de samenleving zijn versterkt.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op een dergelijk feit niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van geruime duur.
De rechtbank neemt in aanmerking dat de intentie van verdachte niet was gericht op de dood van het slachtoffer. Voorts slaat de rechtbank acht op de omstandigheid dat verdachte er ter terechtzitting oprecht blijk van heeft gegeven zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van zijn daad en de consequenties daarvan in te zien. De rechtbank ziet hierin, alsmede in de jeugdige leeftijd van verdachte en het feit dat hij blijkens het op zijn naam gesteld uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 18 januari 2005 niet eerder voor geweldsdelicten is veroordeeld, reden om in de duur van de op te leggen straf af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden.