Uit Moordzaken
Johan de Jong | |
---|---|
Leeftijd | 54 jaar |
Datum | 18 januari 2005 |
Moordplaats | Leeuwarden |
Moordwijze | Steekwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Moord |
Straf | 16 jaar |
ECLI | ECLI:NL:RBLEE:2005:AU4636 |
In de nacht van dinsdag 18 januari 2005 wordt de 54-jarige Johan de Jong zijn cafe Nijlân, gelegen in Leeuwarden, overvallen door drie jongemannen. Johan wordt hierbij in de nek gestoken en geslagen. De overvallers verdwijnen en laten Johan doodbloeden.
Verdachte
De drie mannen kunnen worden aangehouden. Zij zijn van Marokkaanse afkomst en op het moment van de overval 17, 18 en 19 jaar jong.
Uitspraak
Rechtbank Leeuwarden, 20 oktober 2005
Verdachte en zijn mededaders hebben met name het eerste feit planmatig voorbereid. Voorzien van wapens hebben zij een lafhartige overval gepleegd op het slachtoffer, waarbij verdachte met een mes de dodelijke verwonding heeft toegebracht. De wetenschap bij verdachte dat het slachtoffer bij deze overval om het leven was gebracht, weerhield hem er niet van om vlak daarna opnieuw bij twee gewelddadige feiten betrokken te zijn. De feiten lijken slechts ingegeven te zijn door een zucht naar geld. Het is stuitend uit het dossier en ook uit de houding van verdachte te moeten afleiden dat het beroven van personen als volstrekt normaal wordt beschouwd om aan geld te komen. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank ook op geen enkel moment oprecht spijt getoond van zijn handelen. Opvallend is het gebrek aan enig inlevingsvermogen in het leed met name aangedaan aan de nabestaanden van het slachtoffer [slachtoffer]. De rechtbank heeft zich daarbij terdege rekenschap gegeven van het feit dat verdachte, gelet op zijn culturele achtergrond en de daarbij behorende opvoeding, mogelijk meer moeite heeft met het openlijk uiten van gevoelens van schuld en mededogen dan wel dat hij anders daarmee omgaat, maar waarneembare uiterlijke kenmerken die op enige mate van schuldbesef en inlevingsvermogen zouden kunnen duiden heeft de rechtbank niet kunnen vaststellen. Integendeel, een eerdere veroordeling wegens een soortgelijk delict heeft geen enkel positief effect gesorteerd. Ook het feit dat verdachte nog in een proeftijd liep, was geen enkel beletsel door te gaan met het plegen van ernstige delicten. Het delict met dodelijke afloop voor [slachtoffer] heeft verdachte laten volgen door nog twee andere gewelddadige berovingen. Ook de psychiater constateert in zijn rapport dat er weinig merkbaar is van diepgevoelde schuld, schaamte of spijt over de dood van het slachtoffer, terwijl de psycholoog spreekt van een schrijnend gebrek aan schuldgevoel en empathie. De deskundigen oordelen dat verdachte volledig toerekeningsvatbaar is voor de gepleegde feiten. Daarnaast wordt in de rapporten gesproken over de antisociale persoonlijkheidstoornis van verdachte. De kans op herhaling van soortgelijke delicten wordt als hoog ingeschat, terwijl de behandelbaarheid van verdachte bijzonder laag wordt geacht. De rechtbank neemt de conclusies van de deskundigen over.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) jaren.
Een van de andere verdachten wordt tot 14 jaar veroordeeld.
De jongen die op het moment van de overval minderjarig was krijgt 2 jaar jeugddetentie.