Uit Moordzaken
Joke Lorsé | |
---|---|
Leeftijd | 50 jaar |
Datum | 11 augustus 2009 |
Moordplaats | Simonshaven |
Moordwijze | Slagwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Doodslag |
Straf | 9 jaar |
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2015:282 |
Op dinsdag 11 augustus 2009 belt de dan 64-jarige Ernst zijn zoon, om te zeggen dat hij en zijn vrouw zijn overvallen in een natuursgebied in Simonshaven. De politie wordt ingeschakeld, en op de plaats delict vinden zij de 50-jarige Joke Lorsé, en haar gewonde echtgenoot Ernst. Ernst wordt naar het ziekenhuis gebracht en behandeld aan zijn verwondingen.
Verdachte
Later echtgenoot Ernst aangehouden. Hij ontkent in alle toonaarden iets met de moord op zijn vrouw te maken te hebben.
In november 2012 krijgt Ernst 12 jaar cel voor het doden van zijn vrouw.
Ernst wordt in december 2013 vrijgelaten door de rechter-commisaris in Rotterdam, omdat er aanwijzingen zijn dat hij niet de dader is. Ernst had altijd volgehouden dat zijn vrouw is aangevallen door een onbekende man. Vlak bij het plaats delict is een schuilkelder van Patrick S. gevonden.
Uitspraak
Gerechtshof Den Haag, 18 februari 2015
Het Gerechtshof in Den Haag heeft de 70-jarige E.L. in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaren, omdat hij schuldig wordt geacht aan de gewelddadige dood van zijn ex-partner. Op 11 augustus 2009 werd zij in een bos in Simonshaven dood aangetroffen. Zij was door ernstig geweld om het leven gebracht. E.L. was hiervoor in 2012 al door de rechtbank veroordeeld.
De verdachte heeft steeds gezegd dat er een man uit de bosjes was gesprongen die hen overvallen heeft. In hoger beroep is er een plattegrond boven water gekomen waarop een kruisje stond ongeveer op de plaats waar het slachtoffer is aangetroffen. Dat kaartje was aangetroffen bij Patrick S., die voor meerdere (levens) delicten is veroordeeld. In hoger beroep is naar aanleiding van dat kaartje veel nieuw onderzoek verricht. Het hof vindt het op basis van de uitkomsten van dat onderzoek niet aannemelijk dat Patrick S. of een ander dan E.L. bij de dood van het slachtoffer betrokken is geweest. Er is volgens het hof daarentegen wel overtuigend bewijs dat het E.L. is geweest die zijn ex-partner met geweld om het leven heeft gebracht.
In hoger beroep heeft de verdediging aangevoerd dat de officier van justitie de informatie over de plattegrond niet aan de rechtbank had mogen onthouden. Het hof is ook die mening toegedaan, maar vindt dat dit niet ertoe hoeft te leiden dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging van E.L. Daarbij vindt het hof van belang dat de advocaat-generaal de informatie in hoger beroep uit eigen beweging alsnog aan het dossier heeft toegevoegd en dat daarna nog volop onderzoek kon worden verricht. Wel vindt het hof dat er reden is strafvermindering toe te passen, omdat het proces in hoger beroep veel vertraging heeft ondervonden door dat nadere onderzoek.