Uit Moordzaken
Libbe de Jong | |
---|---|
Leeftijd | 53 jaar |
Datum | 16 januari 2005 |
Moordplaats | Wolvega |
Moordwijze | Schietwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Moord |
Straf | 14 jaar |
ECLI | ECLI:NL:RBLEE:2005:AT7803 |
Op zondag 16 januari 2005 heeft de 53-jarige Libbe de Jong twee kennissen op visite in zijn woning te Wolvega. Het zijn de dan 32-jarige Wytze D. en de 30-jarige Douwe W. Wytze heeft een pistool bij zich om Libbe om te brengen. Hij gaat naar het toilet en laadt het wapen daar door. Hij verbergt het wapen als hij weer naar de woonkamer loopt, trekt daar zijn wapen en schiet Libbe door zijn hoofd. Douwe pakt een honkbalknuppel en slaat nog enkele malen hard op het hoofd van Libbe. Hij overlijdt ter plaatse.
Verdachte
De twee mannen worden aangehouden. Zij zeggen dat Libbe hen dwong om zijn ex-vriendin om te brengen. Dit wilden de mannen niet, en daarom schoten zij Libbe dood.
Uitspraak
Rechtbank Leeuwarden, 21 juni 2005
Verdachte heeft aangevoerd dat hij zich door het slachtoffer bedreigd voelde. Deze zou hem hebben willen dwingen, mee te werken aan het liquideren van enige personen met wie het slachtoffer in een juridische strijd was gewikkeld. Als verdachte hieraan niet zou voldoen, zou het slachtoffer zich wreken op verdachtes gezin. Verdachte heeft daarop besloten, het recht in eigen hand te nemen en zich van het slachtoffer te ontdoen. Uit het onderzoek is echter niet aannemelijk geworden dat het slachtoffer verdachte of zijn gezin op enige wijze heeft bedreigd. Het misdrijf kan verdachte volledig worden toegerekend. Uit de wijze van voorbereiding en uitvoering van de daad, zoals hiervoor omschreven, leidt de rechtbank af dat bij verdachte onvoldoende normbesef bestaat en onvoldoende inzicht in ernst en verwijtbaarheid van zijn handelen. Verdachte heeft met zijn daad een grote schuld op zich geladen, die naar het oordeel van de rechtbank slechts kan worden gecompenseerd door het opleggen van een langdurige gevangenisstraf in onvoorwaardelijke vorm.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 (veertien) jaren.