Uit Moordzaken
Naam slachtoffer | Lilian Pisani |
Leeftijd | 48 jaar |
Datum | 4 januari 2009 |
Moordplaats | 's Gravenhage |
Status | Opgelost |
Soort misdrijf | Moord |
Straf | 16 jaar |
Inhoud |
Lilian Pisani
De 48-jarige Lilian Pisani wordt in de nacht van 3 op 4 januari 2009 doodgeschoten door haar man in de Theresiastraat in Den Haag. Het ging al een tijdje niet goed tussen Lilian, moeder van 3 kinderen, en haar man, Fransesco P. Twee van de inwonende dochters van het stel vinden Lilian dood op bed en bellen 112.
Lilian heeft de twijfelachtige eer het eerste moordslachtoffer uit 2009 te zijn.
Dader
Fransesco P. geeft zichzelf direct na de daad aan bij de politie, welke het lichaam van Lilian vindt. Fransesco heeft een hersentumor. Om die reden vindt de rechter dat er eerst onderzoeken moeten plaatsvinden alvorens er een rechtzaak plaats kan vinden.
Fransesco en Lilian waren ruim vijfentwintig jaar samen als partners. Samen hadden zij drie dochters. In november 2008 had Lilian aan Fransesco gezegd dat zij niet meer met hem verder wilde. Het huwelijk was in haar ogen een verstandshuwelijk geworden en daarvoor voelde zij niet. Twee dagen voor de fatale 4e januari 2009 had zij hem bovendien verteld dat zij iemand anders ontmoet had met wie zij mogelijk wel een toekomst meende te hebben. Uit alles blijkt dat Fransesco het dreigende einde van zijn huwelijk niet heeft kunnen verkroppen.
Uitspraak
Rechtbank 's-Gravenhage, 22 april 2010
Door zijn handelen heeft verdachte niet slechts aan het slachtoffer het meest fundamentele menselijk bezit, het leven, ontnomen, maar ook hun drie dochters onherstelbaar leed bezorgd. De middelste dochter, [dochter 2], wakker geworden van de schoten en de doodskreet van haar moeder, heeft haar levenloze lichaam in de ouderlijke slaapkamer aangetroffen, kort nadat haar vader met de mededeling dat er niets aan de hand was het huis had verlaten. De jongste dochter, [dochter 3], is door een politieagent gewekt en met het vreselijke nieuws geconfronteerd. De oudste dochter, [dochter 1], kreeg van haar zuster telefonisch te horen dat hun moeder, met wie zij nog geen uur daarvoor gesproken had, niet meer in leven was. Voor alle drie de dochters geldt dat zij op één dag zowel hun moeder als hun vader verloren hebben: hun moeder kunnen zij nooit meer terugzien; hun vader willen ze niet meer zien. Te vrezen valt dat de meisjes, die zich alle drie in de opgroeiende leeftijd bevinden, zonder ouders een buitengewoon moeilijk en langdurig verwerkingsproces tegemoet gaan.
De rechtbank acht op grond van het voorgaande een gevangenisstraf voor de duur van zestien jaren een passende reactie op de bewezen verklaarde feiten.