Uit Moordzaken
Naam slachtoffer | Melanie Sijbers |
Leeftijd | 15 jaar |
Datum | 7 september 2006 |
Moordplaats | Someren |
Status | Opgelost |
Soort misdrijf | Doodslag |
Straf | 15 jaar & TBS |
Inhoud |
Melanie Sijbers
Op donderdag 7 september 2006 ontvangt de 15-jarige Melanie Sijbers een telefoontje. Na dit telefoontje vertrekt zij vanaf haar ouderlijk huis te Geldrop. Wanneer zij niet op de afgesproken tijd thuis is, slaan familieleden alarm.
Melanie blijft ruim 2 weken vermist, tot wandelaars op 22 september haar ontzielde lichaam vinden in Someren. Melanie blijkt verkracht en gewurgd.
Verdachte
De 41-jarige stiefvader van een vriendinnetje van Melanie, Peter H., wordt aangehouden. Hij had het volgende relaas:
Deze tekst is afgeschermt. Klik op deze balk indien u hem wilt lezen
Waarschuwing, deze tekst kan als schokkend ervaren worden!
Sinds begin juli 2006 had verdachte met (slachtoffer) een seksuele relatie waarbij zij onder meer gemeenschap met elkaar hadden. Op een gegeven moment zei (slachtoffer) tegen verdachte dat ze zwanger was van verdachte. Ze vroeg hem om geld voor een abortus. Hierop heeft verdachte (slachtoffer) 2500 Euro gegeven om een abortus te ondergaan. Daarna is verdachte op vakantie gegaan met zijn vriendin (naam vriendin). Na terugkeer van die vakantie had verdachte een ontmoeting met (slachtoffer) op 5 september 2006, tussen 18.00 en 19.00 uur. Bij die gelegenheid hadden ze seks met elkaar. Daarna heeft verdachte aan (slachtoffer) gevraagd hoe het met de abortus gegaan was. Hij vreesde namelijk dat (slachtoffer) de 2500 Euro niet aan een abortus had uitgegeven maar aan een scooter die zij sinds kort in gebruik had. Op 7 september 2006 sprak verdachte met (slachtoffer) af om bijeen te komen bij het Avia-station in Geldrop. (Slachtoffer) is toen met verdachte naar de loods gegaan aan (adres) te Geldrop. In de loods stond een caravan. Verdachte heeft (slachtoffer) de caravan ingeduwd. Daar heeft hij haar gevraagd waar zij de 2500 Euro aan besteed had. Hij heeft haar handen op haar rug vastgebonden met tie-rips en haar bovenkleding kapot geknipt, zodat haar bovenlichaam ontbloot werd. Toen bonsde er iemand op de deur van de loods. Verdachte was bang dat (slachtoffer) zou gaan gillen; daarom heeft hij zijn hand op haar mond gelegd en haar lichaam omlaag gedrukt. Na een tijdje merkte hij dat ze dood was. Vervolgens heeft verdachte het dode lichaam van (slachtoffer) in zijn auto gelegd en is naar de bossen bij Someren gereden. Daar heeft hij het dode lichaam van (slachtoffer) in het bos neergelegd en achtergelaten.
Peter H. is al eerder voor verkrachting veroordeeld, en kreeg toen TBS.
Uitspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19 maart 2008
De kans op herhaling van feiten als de ten laste gelegde is groot. De stoornissen en cruciale elementen daarin zijn ernstig en onverminderd aanwezig. Deze stoornissen en elementen zijn onder meer zijn geneigdheid de spanning van verboden/criminele activiteiten te zoeken, het pathologisch liegen en het berekenend toewerken naar wat hij zich voor ogen heeft gesteld. Opnieuw kan betrokkene bij langdurige, voor anderen al dan niet herkenbare, tegenslagen komen tot seksueel gekleurde uitleving van macht, controle en vernedering. Ook op basis van meer algemene (statistische) risicofactoren is de kans op ernstige recidieven groot. Niet vanwege de behandelbaarheid van betrokkene, maar vanwege de aanwezigheid van ernstige psychische stoornissen, hun relatie met de ten laste gelegde feiten 1, 2 en 3 – indien bewezen – en het hoge recidivegevaar, adviseren de rapporteurs betrokkene de maatregel van een TBS met dwangverpleging op te leggen. Perspectief op een succesvolle behandeling van betrokkene achten de rapporteurs vanwege de ernst van de stoornissen en vanwege een reeds eerder gevolgd langdurig TBS-traject zeer beperkt.
De algemene veiligheid van personen eist oplegging van de maatregel van ter beschikking stelling van de verdachte. Dit op grond van de conclusie van de rapporteurs dat verdachte aan stoornissen lijdt die de kans op herhaling van het plegen van soortgelijke ernstige feiten groot maakt, alsmede op grond van de bijzondere ernst van de bewezen verklaarde doodslag, verkrachtingen en vrijheidsberoving.
Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) jaren en gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.