Uit Moordzaken
Tom Sparringa | |
---|---|
Leeftijd | 20 jaar |
Datum | 25 oktober 2008 |
Moordplaats | Eindhoven |
Moordwijze | Steekwapen |
Status | Opgelost |
Misdrijf | Doodslag |
Straf | 6 jaar |
ECLI | ECLI:NL:RBSHE:2009:BI9785 |
Op zaterdag 25 oktober 2008 zijn de 20-jarige Tom Sparringa en zijn broer Peter, samen met enkele anderen op de Theo Koomenlaan te Eindhoven. De groep heeft flink gedronken, en er ontstaat ruzie tussen de twee broers. Hierbij slaat Tom zijn broer Peter enkele malen. Peter pakt zijn mes, en zegt tegen Tom dat 'ie moet "opzouten". Tom komt echter weer op Peter af, waarna Peter hem twee keer in de borst steekt.
Verdachte
Peter gooit het op noodweer. De rechtbank is het met hem eens dat hij zich mocht verdedigen, maar vindt het onnodig dat hij daarvoor een mes heeft gebruikt tegen de ongewapende Tom.
Uitspraak
Rechtbank 's-Hertogenbosch, 25 juni 2009
Naar het oordeel van de rechtbank is niet aannemelijk geworden dat verdachte tengevolge van een hevige gemoedsbeweging, veroorzaakt door de ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding, de grenzen van de noodzakelijke verdediging heeft overschreden. In het bijzonder is niet aannemelijk geworden dat de aard en de relatief beperkte mate van geweld van de zijde van het slachtoffer een dergelijke gemoedsbeweging hebben veroorzaakt. Dat verdachte in het verleden eenmaal eerder een fysieke aanval van zijn broer heeft meegemaakt - waarop hij overigens blijkens zijn eigen verklaring destijds wel adequaat reageerde - doet hier niet aan af.
De raadsman heeft de rechtbank verzocht een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met name om tijdens het voorwaardelijke strafdeel reclasseringsbegeleiding mogelijk te maken. Nu de rechtbank van oordeel is, dat gelet op de ernst van het feit een langere gevangenisstraf dient te volgen dan het wettelijke strafmaximum van vier jaar bij oplegging van een voorwaardelijk strafdeel, volgt de rechtbank de raadsman niet in zijn verzoek. De gewenste begeleiding kan naar het oordeel van de rechtbank ook plaatsvinden in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling van verdachte.
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar.